Gebruikte afkortingen
DBNL | Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren |
GA | Arnhem, Gelders Archief |
GR | Den Haag, Nationaal Archief, Grafelijkheidsrekenkamer |
HbMr | Handbuch Minnereden (Klingner & Lieb 2013) |
KB | Koninklijke Bibliotheek |
LR | Langbroek, A. & E. Roeleveld (ed.), Het handschrift-Serrure |
MSB | Middeleeuwse studies en bronnen |
NA | Nationaal Archief |
NLCM | Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen |
UB | Universiteitsbibliotheek |
Gedrukte publicaties
Beekman, A., ‘Het kloosterleven in de voormalige abdij van Egmond’, in: Ons geestelijk erf 11 (1937), 217-250.
Bergh, L.Ph.C. van den (ed.), Roman van Heinric en Margriete van Limborch, gedicht door Heinric. 2 dln., Leiden, 1846-1847.
Besamusca, A.A.M., ‘The manuscript context of the Middle Dutch fabliaux’, in: C.M. Jones & L.E. Whalen (red.), “Li premerains vers”. Essays in honor of Keith Busby. Amsterdam, 2011, 29-45.
Bisschop, W. & E. Verwijs (ed.), Gedichten van Willem van Hildegaersberch. ’s-Gravenhage, 1870 (repr. 1981).
Bonda, J.W., ‘Zotheid in muziek. Composities met zotte tekst in de zestiende eeuw’, in: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam, 1992 (NLCM, VII), 268-286, 413-416.
Bonda, J. W., De meerstemmige Nederlandse liederen van de vijftiende en zestiende eeuw. Hilversum, 1996.
Braekman, W., Een Nederlands raadselboek uit de zestiende eeuw. Brussel, 1985 (Scripta, 15).
Brandis, T., Mittelhochdeutsche, Mittelniederdeutsche und Mittelniederländische Minnereden. München, 1968. (Münchener Texte und Untersuchungen zur Deutschen Literatur des Mittelalters, 25).
Brinkman, H., ‘Neidhart in de Nederlanden. “Vanden Kaerlen” en de literaire traditie’, in: Literatuur 4 (1987), 205-211.
Brinkman, H., Dichten uit liefde. Literatuur in Leiden aan het einde van de Middeleeuwen. Hilversum, 1997 (MSB, 53).
Brinkman, H., ‘Wie waren “meester Jan”?’, in: M. Hogenbirk & R. Zemel (red.), Want hi verkende dien name wale. Opstellen voor Willem Kuiper. Amsterdam/Münster, 2014, 37-44.
Brinkman, H., ‘Blauwe Schuiten op drift. Laatmiddeleeuwse getuigenissen van een iconische vastenavondverbeelding’ (in voorbereiding).
Brinkman, H. & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie. 2 dln., Hilversum, 1999 (MVN, VII).
Brinkman, H. & I. de Loos (ed.), Het Gruuthuse-handschrift. Hs. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 79 K 10. Ingeleid en kritisch uitgegeven, met een uitgave van de melodieën. 2 dln. Hilversum, 2015 (MVN, XIII).
Buddingh, D., Een paar bladen uit de geschiedenis der kerkhervorming in de Nederlanden, benevens een Dietsch gedicht van Jacob van Maerlant, Willem van Hillegaertsberch en Jacob van Oestvoren. Dordrecht, 1855.
Dekker, A.F., Ironie in de Odyssee. With a summary in English. Leiden 1965.
Dessing, C.S., Bescheiden aangaande de hervorming der tucht in de abdij van Egmond in de 15e eeuw. Utrecht, 1930 (Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, 3e ser., 55).
De Wachter, L., R. Schlusemann, R. Sleiderink e.a. (ed.), Fragmenten van de Roman van Heinric en Margriete van Limborch. Leuven, 2001 (Antwerpse studies over Nederlandse literatuurgeschiedenis, 6).
Drimmer, S., ‘Beyond private matter: A prayer roll for queen Margaret of Anjou’, in: Gesta 53 (2014), 95-120.
Engen, H. van, ‘De lange weg naar observantie. De hervorming van de Paulusabdij in de late middeleeuwen’, in: H. van Engen & K. van Vliet (red.), De nalatenschap van de Paulusabdij in Utrecht. Hilversum, 2012 (MSB, CXXX), 171-199.
Enklaar, D.Th., ‘Opmerkingen over de Blauwe Schuit’, in: Verslag van het verhandelde in de Algemeene Vergadering en de Sectievergaderingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Utrecht, 1932, 55-62.
Enklaar, D.Th., ‘De Blauwe Schuit’, in: Tijdschrift voor geschiedenis 48 (1933), 37-64, 145-161.
Enklaar, D.Th., Varende luyden. Studiën over de middeleeuwsche groepen van onmaatschappelijken in de Nederlanden. Assen, 1937 (herz. herdr. Assen, 1956 [repr. 1975]).
Falmagne, Th., Un texte en contexte: les ‘Flores Paradisi’ et le milieu culturel de Villers-en-Brabant dans la première moitié du 13e siècle. Turnhout, 2001.
Greidanus, J., Beginselen en ontwikkeling van de interpunctie, in ‘t biezonder in de Nederlanden. Zeist, 1926.
Gumbert, J.P., ‘De Egmondse boekenlijst’, in: G.N.M. Vis (red.), In het spoor van Egbert. Aartsbisschop Egbert van Trier, de bibliotheek en geschiedschrijving van het klooster Egmond. Hilversum, 1997, 151-179.
Haan, C. de, Dichten in stijl. Duitse kleuring in Middelnederlandse teksten. Amsterdam, 1999 (NLCM, 20).
Hegman, W.E., ‘Het conincspel in de Middelnederlandse letterkunde’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor taal- en letterkunde en geschiedenis 20 (1966), 183-228.
Hemmes-Hoogstadt, A.C., ‘“So mochtic blidelic maken sanc/Ende gruetense met sanghen”. Grammatisch rijm in Middelnederlandse lyriek’, in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden 13 (2006), 154-179.
Hof, J., De abdij van Egmond van de aanvang tot 1573. ‘s-Gravenhage/Haarlem, 1973 (Hollandse Studiën, 5).
Hoffmann von Fallersleben, H., ‘Over de oude Hollandsche letterkunde’, in: Algemeene konst- en letterbode 39 (1821) II, 162-168; 310-315; 371-377.
Hoffmann von Fallersleben, H. (a), ‘Altholländische Sprüche’, in: M. Haupt & H. Hoffmann von Fallersleben, Altdeutsche Blätter 1 (1836), 74-78.
Hoffmann von Fallersleben, H. (b), ‘Fragespiel’, in: M. Haupt & H. Hoffmann von Fallersleben, Altdeutsche Blätter 1 (1836), 66-74.
Hoffmann von Fallersleben, H., Uebersicht der mittelniederländischen Dichtung von Hoffmann von Fallersleben. Zweite Ausg. Hannover, 1857 (Horae belgicae, I).
Hoffmann von Fallersleben, H., Mein Leben. Aufzeichnungen und Erinnerungen. 6 dln. Hannover, 1868.
Hogenelst, D., Sproken en sprekers. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. 2 dln., Amsterdam, 1997. (NLCM, XVI).
Hoven van Genderen, B. van den, ‘“Rebell ende ongehoirsam”. Problemen rond de hervorming van de Utrechtse Paulusabdij (1420-1455)’, in: H. van Engen & K. van Vliet (red.), De nalatenschap van de Paulusabdij in Utrecht. Hilversum, 2012 (MSB, CXXX), 201-258.
Jonge, J.C. de, Hendrik van Wyn als geleerde en staatsman geschetst. ’s-Gravenhage, 1832.
Kienhorst, H., De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek. Een codicologische beschrijving. 2 dln., Deventer, 1988 (Deventer Studiën, 9).
Kienhorst, H., ‘Middelnederlandse verzamelhandschriften als codicologisch object’, in: G. Sonnemans (red.), Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden. Congres Nijmegen 14 oktober 1994. Hilversum, 1996 (MSB, LI), 39-60.
Kienhorst, H., ‘Hoe moet zo’n boek genoemd worden? Een vernieuwde kijk op Middelnederlandse verzamelhandschriften als codicologisch object’, in: Revue belge de philologie et d’histoire 83 (2005), 785-817.
Klingner, J. & L. Lieb, Handbuch Minnereden. Mit Beiträgen von I.-E. Dorobanţu, S. Matter, M. Muschick e.a. 2 dln. Berlin, 2013.
Kruyskamp, C., De Middelnederlandse boerden. Den Haag, 1957.
Lodder, F.J., Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Ridderkerk, 1997.
Lodder, F., ‘Strijd tegen de bent van letterknechtjes. Johannes van Vloten (1818-1883)’, in: W. van Anrooij, D. Hogenelst & G. Warnar (red.), Der vaderen boek. Beoefenaren der Middelnederlandse letterkunde. Studies voor Frits van Oostrom ter gelegenheid van diens vijftigste verjaardag. Amsterdam, 2003, 77-90.
Luca, F., Sacrorum bibliorum vulgatae editionis concordantiae. Antverpiae, 1733.
Meesters, R. (ed.), Roman van Heinric en Margriete van Limborch. Amsterdam-Antwerpen, 1951.
Meder, T., Sprookspreker in Holland. Leven en werk van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400). Amsterdam, 1991 (NLCM, II).
Meilink, P.A., Het archief van der abdij van Egmond. 3 dln., ’s-Gravenhage, 1951.
Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van den secretaris Jan Rosa. Dln. IV, V en VI. Leiden, 1982.
Mone, F. J., Übersicht der niederländischen Volks-literatur älterer Zeit. Tübingen, 1838.
Oostrom, F.P. van, Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400. Amsterdam, 1987 [5e dr. 1996].
Pagès, A., ‘La version catalane du “Chastel d’Amour”, in: Annales du Midi. Revue archéologique, historique et philologique de la France méridionale 40 (1928), 361-374.
Petit, L.D., Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Dl 1. Leiden, 1888.
Pleij, H., ‘Materiaal voor een interpretatie van het gedicht over de Blauwe Schuit (1413?), I’, in: Spektator. Tijdschrift voor neerlandistiek 1 (1971-1972), 311-325.
Pleij, H. (ed.), De Blauwe Schuit. 2e dr., Muiderberg, 1981 [1e dr. 1979] (Populaire literatuur, 1).
Pleij, H., Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen. Met een nabeschouwing van de auteur. 2e, verm. dr. Amsterdam, 1983 [1e dr. 1979]
Pleij, H., Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, 1400-1560. Amsterdam, 2007.
Poel, D.E. van der, ‘De minneraadsels uit Een niev Clucht Boecxken (ca. 1600) en enkele verwante teksten’, in: De nieuwe taalgids 84 (1991), 431-447.
Poel, D. E. van der, ‘Minnevragen in de Middelnederlandse letterkunde’, in: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam, 1992 (NLCM, VII), 207-218, 386-391.
Rheinheimer, M., Rheinische Minnereden. Untersuchungen und Edition. Göppingen, 1975 (Göppinger Arbeiten zur Germanistik, 144).
Roefs, V.J.G., De Egmondse abtenkroniek van Iohannes a Leydis O.Carm. Sittard, 1942.
Scheerman, H.J., ‘Iets over de lotgevallen van het archief der oude abdij van Egmond’, in: A. Beekman (red.), Tien eeuwen Egmond. Ontstaan, bloei en ondergang van de regale abdij van Egmond. Een bundel opstellen, verzameld bij gelegenheid van het tiende eeuwfeest der stichting in 950. Heemstede, 1950.
Sonnemans, G., ‘What’s in a name? Het belang van opschriften in verzamelhandschriften’, in: G. Sonnemans (red.), Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden. Congres Nijmegen 14 oktober 1994. Hilversum, 1996 (MSB, LI), 61-78.
Spanoghe, E., Het gedicht ‘vanden Kaerlen’ iets of wat leesbaarder gemaakt. Antwerpen, 1884.
Suchier, W., ‘Eine mittelniederländische Bearbeitung altfranzösischer Minnefragen’, in: Archiv für das Studium der neueren Sprachen und Literaturen 30 (1913), 12-31.
Taylor, A., ‘The myth of the minstrel manuscript’, in: Speculum 66 (1991), 43-73.
Van der feesten een proper dinc. Uitgegeven door een werkgroep van Groningse neerlandici. Groningen, 1972.
Vekeman, H. (ed.), Van der feesten een proper dinc. Temperamentvolle vriendschap tussen hof en hemel. Nijmegen, 1981 (Tekst en tijd, 3).
Verwijs, E. (ed.), Dit sijn X goede boerden. ’s-Gravenhage, 1860.
Verwijs, E. (a), ‘Jacob van Maerlant en Jacob van Oostvoorne’, in: De taal- en letterbode 2 (1871), 73-88.
Verwijs, E. (ed.) (b), Van vrouwen ende van minne. Middelnederlandsche gedichten uit de XIVde en XVde eeuw. Groningen, 1871.
Visscher, L.G., Bijdragen tot de oude letterkunde der Nederlanden. Utrecht, 1835.
V[isscher], L.G., ‘Van der ghilden in der Blauwen Scuten door Jacob van Oostvoren’, in: Astrea. Maandschrift voor schoone kunst, wetenschap en letteren 4 (1854), 81-85.
Vloten, J. van, ‘Jacob van Oostvoorne (Bijdrage tot toelichting van verschillende Maerlants-vragen)’, in: De taal- en letterbode 1 (1870), 83-93.
Wackers, P., ‘Het belang van de studie van verzamelhandschriften’, in: G. Sonnemans (red.), Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden. Congres Nijmegen 14 oktober 1994. Hilversum 1996 (MSB, LI), 23-37.
Zacher, J., ‘Handschriften im Haag’, in: Zeitschrift für deutsches Alterthum 1 (1841), 209-269.
Zarncke, F. (ed.), Sebastian Brants Narrenschiff. Leipzig, 1854.
Digitale bronnen
Briquet Online [http://briquet-online.at/]
Langbroek, E. & Roeleveld A., Het handschrift-Serrure. Handschrift Brussel, KB II 144 [https://serrure.mvn.huygens.knaw.nl/]
Jonas-IRHT/CNRS [http://jonas.irht.cnrs.fr/consulter/oeuvre/detail_oeuvre.php?oeuvre=12766]
Noord-hollands archief [http://noord-hollandsarchief.nl]
Piccard Online [http://www.piccard-online.de/start.php]